Bestuurslid Pieter van Soerland: ‘ Wij gaan onze verenigingen nóg meer vertellen dat wij een antwoord hebben op al hun uitdagingen’
Als je met bondsbestuurslid Pieter van Soerland (49) spreekt, dan ‘voel’ je badminton. Maar je ervaart ook een enorme drive om iedereen in Nederland ‘badmintongek’ te willen maken.
Interview met Pieter van Soerland, bondsbestuurslid sinds februari 2018
‘ Wij gaan onze verenigingen nóg meer vertellen dat wij een antwoord hebben op al hun uitdagingen’
Als je met bondsbestuurslid Pieter van Soerland (49) spreekt, dan ‘voel’ je badminton. Maar je ervaart ook een enorme drive om iedereen in Nederland ‘badmintongek’ te willen maken.
En, je weet dat je bij de les moet zijn als je ‘zaken doet’ met Pieter. Hij is straight-to-the-point, hij is altijd op zoek naar efficiency en beweging, maar tegelijkertijd is de IT-directeur van Zilveren Kruis prima in staat om zich geduldig te kunnen inleven in wat anderen denken.
“Het is wat mij betreft het recept om goed te kunnen besturen en te managen,” zegt de zichtbaar bevlogen Pieter.
Van en voor de verenigingen
Sinds februari 2018 maakt hij deel uit van het bondsbestuur. Samen met voorzitter Michel Bezuijen, is hij de relatieve nieuwkomer. “Ik ben nu zes maanden onderweg. Ik heb met veel mensen gepraat. Wat ik belangrijk vind? Dat we ons realiseren dat Badminton Nederland van en voor de verenigingen is. Sterker nog: de verenigingen zijn Badminton Nederland!”
Ons aanbod
“De minimale vraag die wij – als bondsbestuur – aan de verenigingen behoren te stellen is: ‘Wat is jullie ambitie?’ En, ‘Wat houdt jullie als verenigingen bezig?’ Wat de vragen en de antwoorden ook zijn; het is onze taak om de verenigingen te ondersteunen. Het aanbod dat we bieden vind ik enorm. Van juridische ondersteuning tot aan inspiratie over ledenwerving en ledenbehoud. Er zijn heel veel mogelijkheden om in te zetten. Echter, laat ik ook eerlijk zijn: helaas zie ik wel dat veel verenigingen daar niet optimaal gebruik van maken.”
Zichtbaarder
“Begrijp me niet verkeerd: dat is géén verwijt. Ik vraag me daarentegen wel af hoe we dat fantastische aanbod veel zichtbaarder kunnen maken, hoe de verenigingen ook de vraag aan badminton nederland gaan stellen waar ze hulp kunnen gebruiken. Wat mij betreft gaan we nog meer in gesprek met de verenigingen; dus we gaan op een andere manier proberen te begrijpen wat hen bezighoudt. En, we passen het aanbod daar op aan.”
Ambities
Pieter wil op dit thema een heldere ambitie uitspreken. “Mijn termijn is vier jaar. Als die is afgelopen, dan mag je me op het volgende afrekenen: als eerste hoop ik dat 80% van de badmintonverenigingen in Nederland in het kader van ledenbehoud en ledenwerving een activiteit heeft ondernomen of een middel heeft ingezet, dat in samenwerking met Badminton Nederland tot stand is gekomen. Dus, samen met de mensen van het bondsbureau.”
Leestip:
Lees ook het interview met Michel Bezuijen, sinds februari 2018 voorzitter van Badminton Nederland
Parijs 2024
“Daarnaast wil ik jonge talenten blijven triggeren en motiveren. Ik hoop dat dit op een dusdanige wijze tot stand komt, dat we een realistische kans op deelname hebben aan de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. Het topsportplan moeten we dan ook met ambitie doorzetten. De basis is elke dag een stukje beter willen worden. Dat geldt overigens niet alleen voor de spelers en speelsters zelf. Dat geldt ook voor ons als bondsbestuur. De staf. Alle medewerkers. Iedereen dus.”
Kop-Maaiveld
Dat badminton meer (of anders?) verkocht moet worden, dat ziet Pieter van Soerland als geen ander. “Ja, inderdaad… we moeten uiteindelijk in staat zijn om méér verhalen rondom de sport én onze topsporters te creëren. We zijn vaak nog te bescheiden. Het is het bekende kop-maaiveld-verhaal. Als we het over de topsporters hebben: natuurlijk staat de prestatie voorop. Als we spelers en speelsters geforceerd gaan profileren, dan werkt het niet."
"Wat mij betreft gaan we het daar echter wel over hebben met de spelers die zich graag extra willen profileren en zich daar goed bij voelen. Hoe kunnen ze zo dicht mogelijk bij henzelf blijven? En toch daar iets van marketing op loslaten. Een mooie uitdaging, zo lijkt me.”
Organisatorisch succesvol
“Hoe de badmintonsport in Nederland uiteindelijk wordt georganiseerd, maakt me niet zo veel uit,” zegt Pieter tot slot.
“De essentie is dat we organisatorisch en sportief succesvol worden. Meer slagkracht. We sluiten de rijen. We kijken allemaal dezelfde kant op. Samen het goede doen voor badminton in Nederland. Mag ik op dit onderwerp nog iets ter afsluiting zeggen? Zo een jaarvergadering – zoals we in juni hadden – we, bestuur en afgevaardigden, besteden daar teveel tijd met elkaar aan controleren en corrigeren."
"Eigenlijk zou zo een bijeenkomst meer een Denktank moeten willen zijn. Ja, de Jaarvergadering als Denktank. Overleg. Elkaar inspireren. Natuurlijk elkaar ook kritische vragen stellen. En uiteraard begrijp ik dat wij als bondsbestuur verantwoording dienen af te leggen. Dat is ook geen enkel probleem. Maar ik wil wel vooruit. Beter gezegd: we willen toch allemaal vooruit?”