Ledenbehoud: Een uitgestoken hand kost niets (interview met EVBC Vlietwijk)
Mijn allerbelangrijkste tip op het gebied van ledenbehoud bij badmintonverenigingen, is dat je als bestuur moet stimuleren dat leden zich verbonden voelen met je vereniging. Door te investeren in onderling contact en interesse te tonen in je leden, kun je, ondanks de grote diversiteit aan speelniveau en leeftijd, saamhorigheid creëren."
De 25-jarige Carlo Stoeltie, bestuurslid en trainer bij EVBC Vlietwijk in Voorschoten, is meteen helder bij het begin van dit gesprek over ledenbehoud.
“Onze leden leveren naast hun financiële contributie ook een kleine maar actieve bijdrage aan ledenwerving en ledenbehoud.”
Vernieuwd bestuur
“In 2015 zijn we met een vernieuwd bestuur van start gegaan,” vertelt de zichtbaar bevlogen Carlo.
“Financieel stond de vereniging er niet al te rooskleurig voor. Bovendien lagen bijna alle verantwoordelijkheden en taken op het gebied van ledenwerving en ledenbehoud bij het bestuur. Daarnaast was er in grote mate sprake van groepsvorming, waardoor nieuwelingen het lastig vonden om hun plek te vinden in onze vereniging”, aldus Carlo.
“Door het goede voorbeeld te geven en te laten zien waar leden een bijdrage kunnen leveren aan onze vereniging, zitten we qua ledenaantal weer in de lift. Ook is de sfeer op onze speelavonden warmer dan enkele jaren geleden.”
foto: Carlo Stoeltie van EVBC Vlietwijk. (foto credits: René Lagerwaard)
Diversiteit
“Natuurlijk begrijp ik dat een competitiespeler niet elke speelavond met een beginner wil spelen. Iedereen wil immers op zijn eigen niveau spelen en trainen. Ook is het logisch dat je graag speelt met mensen die je goed kent en waarmee je op sociaal vlak een klik hebt. Tóch zijn we er in geslaagd om – ondanks het niveau- en leeftijdsverschil van de mensen - daar een juiste modus in te vinden.”
Husselavond
“Als bestuur hebben wij een maandelijkse husselavond in het leven geroepen en gestimuleerd. Nu nemen onze leden zelf initiatief om op de eerste maandag van de maand een uur wedstrijdjes te spelen, waarbij zij willekeurig met anderen worden ingedeeld. Dit draagt bij aan het onderlinge contact, het spelplezier en de sfeer in de vereniging."
"Omdat mensen elkaar hiermee beter leren kennen, is het ook uitnodigend om na afloop van de training een drankje met elkaar te drinken, of voor recreanten om de competitiespelers aan te moedigen bij competitiewedstrijden. Het is een van de punten waarop een verschuiving heeft plaatsgevonden van een bestuurstaak naar een gedeelde verantwoordelijkheid voor ieder lid."
"Anders dan bij het sporten in een sportschool, beseffen onze leden dat zij niet alleen het ‘product’ badminton bij ons afnemen, maar ook een bijdrage leveren aan de vereniging op het gebied van onderlinge sfeer, ledenwerving en ledenbehoud.”
Kliekjes
“Zo is er nu minder sprake van kliekjes, groepjes leden die altijd maar met en tegen elkaar spelen. Hierin zit namelijk best een gevaar, omdat bij een blessure of opzegging van een speler uit het groepje de rest kan volgen. Ook bij de jeugdtrainingen stimuleer ik daarom dat kinderen niet altijd hetzelfde vriendje of vriendinnetje kiezen om mee te trainen. Zo zoek je altijd een balans tussen de comfort-zone van spelers en ledenbehoud op langere termijn.”
Toch zegt ook Carlo dat ‘het doorbreken van kliekjes’ natuurlijk niet het enige recept is om succesvol ledenbehoud te ontwikkelen.
Tips voor verenigingen
Carlo heeft nog een aantal andere tips voor de badmintonverenigingen in het land. Tips waarmee EVBC-Vlietwijk in ieder geval succesvol mee is.
1. Toon interesse in je leden en leer hun kwaliteiten kennen
“Wie weet is er een lid dat heel goed krantenartikeltjes kan maken voor de vereniging, of is er iemand die een connectie heeft met een school, om daar nieuwe jeugdleden te werven. Deze kleine taakjes ontlasten het bestuur en bezorgen de leden het goede gevoel dat ze een bijdrage leveren.”
2. Een hand geven kost niets
“Bij EVBC-Vlietwijk geeft het bestuur het goede voorbeeld door nieuwe gezichten hartelijk te verwelkomen. Goed voorbeeld doet immers volgen en zo worden de eerste sociale contacten gelegd.”
3. Weet wat er speelt in de vereniging
“Leden betalen contributie; ze willen waar voor hun geld. Het is daarom belangrijk dat je actief op zoek gaat naar de aantrekkingskracht van je vereniging: waarom zijn de leden lid? Bij aanmeldingen vragen we hoe nieuwe leden bij ons terechtkomen, bij opzeggingen vragen we ook altijd na wat de reden is. Zo ontdek je wat je goed doet, en wat je kunt verbeteren."
"Een aantal weken voor de ledenvergadering verspreiden wij een enquête waarin leden kunnen aangeven welke verbeteringen zij graag in de vereniging zouden willen zien. Óp de ledenvergadering geven we daar feedback op. Tijdens mijn trainingen vraag ik ook geregeld naar de wensen van de spelers: wat vinden zij belangrijk om te ontwikkelen in hun spel, waarom nemen zij deel aan de training?"
"Als je als trainer openstaat voor feedback van spelers, kun je met je groepen de training en de vereniging naar een hoger plan tillen. Ook leer je zo op welke punten je jezelf als trainer kunt verbeteren. Een open sfeer met goede onderlinge communicatie is essentieel voor een vereniging.”
4. Stel gemeenschappelijke doelen en gedeelde taken op
“Tweemaal in het seizoen organiseren wij kennismakingscursussen. Een aantal van deze cursussen wordt verzorgd door bestuursleden, maar we worden daarbij ook geholpen door leden die niet in het bestuur zitten. De husselavond wordt in principe door de leden georganiseerd."
"Ook leveren onze leden een bijdrage aan de financiële staat van de vereniging door mee te helpen met de Grote Clubactie, Sponsorkliks of door te sponsoren. Zo weet iedereen waar je als lid met weinig moeite de vereniging kunt helpen. Samen zorgen we voor onze toekomstbestendigheid."
5. Vergroot de betrokkenheid van ouders van jeugdleden
“Een aantal jaren terug lag de betrokkenheid van ouders bij onze jeugd erg laag. Door koffieochtenden te organiseren en contact te zoeken met ouders, zijn we erin geslaagd ze meer bij de vereniging te betrekken. Het is heel belangrijk dat ouders een goed gevoel hebben bij de vereniging."
"Na de training van onze jongste leden plannen we bewust een half uur geen jeugdtraining in, zodat ik een praatje kan maken met ouders, of fanatieke jeugdleden extra kan trainen. Regelmatig spreek ik met ouders; sommigen zijn zelfs door het enthousiasme van hun kind en de sfeer op de vereniging lid geworden.”
6. Wees als trainer creatief
“Iedere trainingsgroep vraagt van mij een andere aanpak. De jongste leden hebben over het algemeen veel energie en een korte spanningsboog. Omdat ze nog maar net lid zijn, slaan ze ook af en toe mis. Je kunt dan wel een uur lang een hele serieuze training willen geven, maar voor zo’n groep is het heel belangrijk dat je veel variatie aanbiedt."
"De warming-up bouw ik rustig op, maar wel op een manier dat ze even lekker hun energie kwijt kunnen. Vervolgens doen we oefeningen, waarbij ik veel gebruik maak van hoepels, dopjes en kokers."
"Na een korte wedstrijdvorm sluit ik af met een leuk spel, zodat de groep elkaar leert kennen en veel lol maakt. Als de ouders dan hun kind komen halen, zien ze erg veel enthousiasme. Zo probeer ik elke speler naar huis te laten gaan met een goed gevoel, of dat nu is van plezier en gezelligheid of van voldoening en uitdaging.”
Op de goede weg
Carlo vertelt dat het aantal afmeldingen aan het einde van het seizoen in procenten is gedaald. “Het aanbod in de trainingsgroepen is nu nog beter afgestemd op de spelers. Ook voelen leden zich meer verbonden met onze vereniging en de andere leden. We kunnen nog steeds nieuwe leden gebruiken, maar met de huidige aanpak zijn we zeker op de goede weg!”
Algemene tip:
Op de vraag of hij ook nog een algemene tip heeft voor de organisatie Badminton Nederland als geheel, als overkoepelende organisatie, antwoordt hij: “Met logische beslissingen en een duidelijke uitleg creëer je draagvlak voor besluitvorming. Tal van beslissingen, met name op het gebied van uitgaven, worden niet of nauwelijks verantwoord. Dat maakt dat leden zich maar moeilijk kunnen identificeren met de bond."
"Op verenigingsniveau wordt veel gewerkt met een contributiesysteem volgens het profijtbeginsel: leden betalen voor wat zij afnemen, waardoor competitiespelers meer betalen dan recreanten. Op bondsniveau wordt van verenigingen een teambijdrage verwacht voor de deelname aan de competitie, waarmee de bond in 2016 682.000 euro ophaalde. De kosten van de bondscompetitie (inclusief eredivisie en play-offs) en regiocompetitie bedroegen in totaal in dat jaar zo’n 86.000 euro. Ik snap dat het geld ergens vandaan moet komen, maar hierdoor betalen veel competitiespelers de prijs voor uitgaven van de bond waarvan zij nauwelijks iets terugzien, soms zelfs niet eens de verantwoording voor deze uitgaven.”
Lees meer over ledenbehoud:
- Leden willen chillen.
- Zo leuk al die (club-)statistieken en -verhalen!
- Stel een bestuurslid 'Ledenmanagement' aan
Over Carlo Stoeltie:
Carlo stuurde af in de richtingen Staats- en Bestuursrecht en Civiel Recht aan de Universiteit Leiden. In 2009 begon hij als jeugdtrainer bij EVBC-Vlietwijk in Voorschoten.
Bij Badminton Nederland heeft hij daartoe een trainerscursus gevolgd. Vanaf 2011 maakt hij deel uit van het bestuur van de badmintonvereniging. Sinds 2012 verzorgt hij ook de seniorentrainingen. Zelf speelt hij in de Vierde Divisie voor BC Drop Shot uit Den Haag.
